Overslaan naar inhoud

Wat is de Alexandertechniek?


F.M. Alexander 

(1869-1955)

Frederick Mathias Alexander werd geboren in Tasmanië (Australië) in 1869. Als jonge man trok hij naar Melbourne en startte daar een veelbelovende carrière als acteur. Tijdens zijn succesvolle Shakespeare-monologen werd hij na verloop van tijd steeds meer geplaagd door stemproblemen. Hij raadpleegde allerlei artsen, maar geen enkel advies of behandeling werkte. Enkel volledige rust bracht verbetering, maar telkens Alexander het podium weer betrad, keerde zijn heesheid terug. Omdat er geen duidelijke medische oorzaak voor zijn probleem was, besloot Alexander te onderzoeken of hij misschien zelf iets verkeerd deed tijdens het acteren.

Hij begon zichzelf in spiegels te observeren. Hij acteerde en reciteerde zoals op het podium, maar wat hij in de spiegels zag, was niet wat hij zelf ervoer en voelde. Hij bleek dingen te doen met zijn lichaam waar hij zich zonder de spiegels niet bewust van was geweest. Hij merkte dat hij zijn nek spande, zijn hoofd naar achteren en naar beneden duwde en zijn strottenhoofd indrukte. Hij merkte ook dat hij hoorbaar naar lucht hapte als hij zijn mond opende om te spreken. Het werd duidelijk dat hij met dit alles zijn stem herhaaldelijk overbelastte. Hij bleef experimenteren en ontdekte dat de spanningen in zijn nek deel uitmaakten van een groter spanningspatroon in zijn hele lichaam. Hij stak zijn borst naar voren, holde zijn rug en spande benen en voeten op. Dit hele patroon manifesteerde zich zelfs bij de gedachte alleen al aan acteren.

Alexander werkte vervolgens aan een manier om deze onbewuste gewoontepatronen te veranderen, vanuit een holistische benadering. Hij stelde vast dat dat niet alleen zijn stem, maar ook zijn podiumprestaties en zijn algemeen welzijn en functioneren verbeterden. Dat was het begin van de Alexandertechniek. 

Collega’s, vrienden en kennissen vroegen Alexander om hen te helpen met gelijkaardige problemen. Zo startte hij zijn lessenpraktijk, eerst in Melbourne en later in Sydney. In 1904 bracht hij zijn lespraktijk over naar London, geruggesteund door een aantal vooraanstaande medici, zoals Sir Charles Sherrington, die vandaag beschouwd wordt als de vader van de moderne neurologie.

Alexander bracht tijdens de oorlog ook tijd door in de Verenigde Staten. Daar ontmoette hij de beroemde pedagoog en filosoof John Dewey. Ze vonden elkaar in het idee dat leren sterk gerelateerd is aan ervaring. Dewey schreef het voorwoord voor drie van Alexander’s boeken.

Naast zijn bloeiende praktijk in Londen, publiceerde Alexander in de loop der jaren vier boeken over zijn techniek. Vanaf de jaren 1930 startte hij een lerarenopleiding, die is blijven bestaan tot aan zijn dood in 1955. De nieuwe generatie leraren bleef gedreven lesgeven in de Alexandertechniek. Vandaag zijn er overal ter wereld “Alexander Technique teachers”, en bestaan er een aantal nationale en internationale beroepsverenigingen, die ervoor zorgen dat de Alexandertechniek blijft evolueren en getoetst wordt aan nieuwe evoluties in de inzichten over het menselijk functioneren.

Lessen Alexandertechniek

In lessen Alexandertechniek leer je gewoontepatronen in je houding en beweging herkennen en veranderen (neuro-musculaire re-educatie). Je lichaam en je denken worden daarbij als één geheel gezien. Je wordt je geleidelijk aan meer bewust van hoe je functioneert in je dagelijks leven en in je specifieke activiteiten (sport, muziek, professionele handelingen, …)

Je leert dat bepaalde ‘beliefs’ over je eigen functioneren aan de grondslag kunnen liggen van klachten en ongemak. Je leert hoe je ‘ruimte’ kunt creëren om anders en beter te reageren op stimuli van binnenuit of van buitenaf. De Alexandertechniek helpt je op zoek te gaan naar meer vrijheid in denken en bewegen.

In de lessen Alexandertechniek word je via subtiele manuele begeleiding en verbale instructies bewust gemaakt van lichaam en beweging. Eenvoudige procedures als gaan zitten en rechtstaan dienen als voorbeeld om het samengaan van denken en bewegen te illustreren en de basisprincipes van de Alexandertechniek bij te brengen. Daarnaast wordt ook “constructieve rust” aangeleerd, waarbij de leerling liggend op een tafel aandacht leert hebben voor spanning en ontspanning. 

Vervolgens kan er tijdens de lessen gewerkt worden aan het toepassen van de principes op specifieke activiteiten zoals het bespelen van een instrument, het werken aan een computer, het verzorgen van een baby, fietsen, schoonmaken en in de tuin werken, enz. Ook ademhaling kan aan bod komen.


Alexandertechniek geeft je kracht, meer zelfvertrouwen, rust en een gevoel van lichamelijke en mentale vrijheid.